Het berekenen van kinderalimentatie lijkt redelijk complex. Hieronder vind je een eenvoudige uitleg in overzichtelijke stappen. Bij elke stap geef ik een voorbeeld. Waar zinvol heb ik de stap visueel gemaakt met een plaatje.
Stap voor stap wordt het helder
Op deze manier is het voor iedereen mogelijk om te snappen hoe kinderalimentatie wordt berekend. Ook kan je met deze uitleg, zelf een eerste inschatting maken van de hoogte. Houd er wel rekening mee, dat een ‘echte’ berekening wordt gemaakt met speciale rekensoftware. Dezelfde rekensoftware die ook bij de rechtbank wordt gebruikt. Deze software rekent volgens de officiële tremanormen 2022.
Kinderalimentatie in drie simpele stappen

In de volgende drie stappen wordt kinderalimentatie berekend:
- Bepalen van de financiële behoefte van de kinderen. Oftewel hoeveel hebben de kinderen nodig?
- Berekenen van de draagkracht van de ouders. Oftewel hoeveel kunnen jullie als ouders betalen?
- Bepalen van de kinderalimentatie. Oftewel hoeveel moeten beide ouders, gelet op hun draagkracht, naar rato bijdragen aan de kosten van de kinderen?
Stap 1 – Kinderbehoefte bepalen
In het kort komt deze stap neer op:
- het bepalen van het netto gezinsinkomen vlak voor de scheiding;
- en het op basis daarvan bepalen van de kinderbehoefte via een ‘tabel van het NIBUD’.
Netto gezinsinkomen voor de scheiding als leidraad
Allereerst wordt gekeken welke financiële ‘behoefte’ kinderen hebben. De kinderbehoefte bepalen jullie door jullie jaarlijkse netto inkomen bij elkaar op te tellen. Dit betreft jullie gezamenlijk inkomen vóór de scheiding.
Uitgangspunt is namelijk dat kinderen er door de scheiding nooit op achteruitgaan.
Wat telt mee bij het netto gezinsinkomen?
Hoe bepalen jullie nu het netto gezinsinkomen? Dit is in principe de optelsom van het netto inkomen van jullie beiden vlak vóór de scheiding. Hierbij tellen de volgende zaken mee:
- Netto inkomen, bijvoorbeeld uit loondienst, uitkering, eigen onderneming of vermogen
- Vakantiegeld (meestal 8% van het jaarinkomen)
- Eventuele bonussen of 13de maand
- Te ontvangen belastingtoeslagen, zoals bijvoorbeeld inkomensafhankelijke combinatiekorting of kindgebonden budget (KGB)
De volgende twee zaken worden bewust buiten de optelsom gelaten:
- Fiscale bijtelling van eventuele auto’s van de zaak
- Fiscaal voordeel van hypotheekrenteaftrek
Meer weten over het inkomen bij alimentatie?
In de blog “Welk inkomen telt mee bij alimentatie” wordt in veel meer detail ingegaan op dit onderwerp. Naast feitelijk inkomen kan er ook sprake zijn van fictieve verdiencapaciteit.
Fictieve verdiencapaciteit
Dit is het theoretische inkomen wat iemand optimaal zou kunnen verdienen. Steeds vaker komt het voor dat hierover wordt gesproken. Dit zie je ook terug in recente jurisprudentie. Lees meer hierover in de blog “Verdiencapaciteit en alimentatie – De 10 factoren“.
Een voorbeeld van het netto gezinsinkomen
Vader heeft een netto inkomen van 2.800 euro per maand en moeder van 1.700 per maand. De maandelijkse hypotheeklast is 800 euro. De vader heeft een fiscale bijtelling van 220 euro per maand voor de auto van de zaak. Het kindgebonden budget is 240 euro en de kinderbijslag is 180 euro per maand voor beide kinderen. Bereken nu het netto gezinsinkomen als volgt:
- Inkomen vader en moeder (2.800 + 1.700), zijnde 4.500 euro
- Hypotheeklast niet meenemen
- Auto van de zaak niet meenemen
- Kindgebonden budget, zijnde 240 euro
- Kinderbijslag, zijnde 180 euro
- Totaal netto besteedbaar gezinsinkomen komt daarmee op 4.920 euro.
NIBUD tabel kinderbehoefte
Het zogenaamde netto gezinsinkomen wordt vervolgens vergeleken met een tabel met vastgestelde normbedragen voor de kinderbehoefte (NIBUD).
De gedachte hierbij is: hoe hoger het gezinsinkomen, hoe meer geld er aan de kinderen wordt besteed.
Verder wordt er in de tabel ook rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen en de hoeveelheid kinderen. Tenslotte is in de tabel de te ontvangen kinderbijslag al afgetrokken. Het resultaat uit de tabel is dus de noodzakelijke extra kosten van de kinderen bovenop de kinderbijslag. Dit wordt officieel de kinderbehoefte genoemd.
Een voorbeeld kinderbehoefteberekening
We gaan even verder met het vorige voorbeeld. Het netto gezinsinkomen is dus 4.920 euro. Jullie hebben samen twee kinderen, 4 en 7 jaar oud.
Leeftijd kind | Punten |
0 t/m 5 | 4 |
6 t/m 11 | 2 |
12 t/m 17 | 0 |
Uit bovenstaande tabel volgt dan dat jullie totaal op 6 punten uitkomen. Vier punten voor het jongste kind en twee voor het oudste. Hieronder zie je een klein deel van de bijbehorende NIBUD tabel met kinderkosten.
Kinderkosten bij netto gezinsinkomen met 2 kinderen in euro’s | |||
Punten | 4.500 | 5.000 | 5.500 |
8 | 1.015 | 1.140 | 1.265 |
6 | 1.005 | 1.130 | 1.255 |
4 | 990 | 1.115 | 1.240 |
In deze NIBUD kinderbehoeftetabel van 2022 kun je nu eenvoudig opzoeken dat jullie met twee kinderen, 6 punten en een netto gezinsinkomen van 4.920 euro, uitkomen op een kinderbehoefte van 1.130 euro. Dit is exclusief de kinderbijslag.

Gratis e-Book: alles over scheiden
Wil je een compleet en helder overzicht? Hoe om te gaan met de twijfel? Wanneer en wat vertellen jullie de kinderen, familie en vrienden? Welke financiële consequenties zijn er en wat is er mogelijk qua woning? Wat spreken jullie af in het ouderschapsplan? Hoe blijf je samen goede ouders en werk je toe naar meer geluk? Het gratis eBook gaat in op alle aspecten rondom een scheiding.
Stap 2 – Draagkracht berekenen
Bij de draagkrachtberekening wordt er gekeken hoeveel geld elke ouder überhaupt beschikbaar heeft voor de kinderen. Let wel, dit wordt berekend op basis van de situatie ná de scheiding. Hierbij wordt het toekomstige Kind Gebonden Budget (KGB) van elke ouder meegeteld bij het feitelijke inkomen (uitspraak van de Hoge Raad van 9 oktober 2015).
Draagkrachtberekening in het kort
De draagkracht wordt dus voor de vader en de moeder apart uitgerekend. Zie ook het onderstaande schema. Hierbij worden de volgende vijf tussenstappen doorlopen:
- Vaststellen van het bruto inkomen na de scheiding.
- Bepalen van de belastingen en toeslagen die na de scheiding gelden. Dit resulteert in het netto inkomen na de scheiding.
- Vaststellen van het zogenaamde draagkrachtloos inkomen. Dit bepaalt wat iemand financieel minimaal nodig heeft om te kunnen ‘overleven’.
- Berekenen van de draagkrachtruimte. Dit is simpelweg het netto inkomen minus het draagkrachtloos inkomen. De draagkracht voor kinderalimentatie is vervolgens 70% van deze ruimte.

Al deze vijf stappen worden hieronder nader toegelicht.
1. Vaststellen van het bruto inkomen na de scheiding
Meestal is het inkomen na de scheiding gelijk aan het inkomen voor de scheiding. Soms besluit één van beiden om meer of juist minder te gaan werken. Dan wordt er altijd gerekend met het te verwachten nieuwe bruto inkomen. Wil je exact weten welk inkomen meetelt bij een alimentatieberekening? Lees dan bijgaande blog “Welk inkomen telt mee bij alimentatie?“.
2. Bepalen van de belastingen en toeslagen die na de scheiding gelden
Na de scheiding en de verhuizing zijn jullie niet langer fiscaal partner. Hierdoor verandert er veel op het gebied van belasting. Meestal in jullie voordeel. Denk bijvoorbeeld aan:
- Jullie kunnen wellicht allebei kindgebonden budget (KGB) aanvragen
- Er is soms voor beiden recht op inkomensafhankelijke combinatiekorting
- Jullie komen wellicht nu wel in aanmerking voor huursubsidie
Door nu de belastingen van het bruto inkomen af te trekken, ontstaat zicht op het netto inkomen na de scheiding.
3. Vaststellen van het zogenaamde draagkrachtloos inkomen

Het draagkrachtloos inkomen is het minimale inkomen waarbij je net kunt ‘overleven’. Dit is gebaseerd op drie zaken: de bijstandsnorm, de reële woonlasten en eventuele aflossing van schulden. Alledrie ligt ik hieronder kort toe.
Bijstandsnorm voor draagkrachtloos inkomen
De bijstandsnorm is zoals de naam als zegt afgeleid van de hoogte van de bijstandsuitkering. De bijstandsnorm wordt elk jaar opnieuw vastgesteld en wel als volgt:
- Hoogte bijstandsuitkering
- Minus het aandeel hierin voor woonlasten (er wordt immers voor kinderalimentatie gerekend met de reële woonlasten en niet met die op bijstandsniveau)
- Plus een extra bedrag voor de ziektekosten
Voor 2021 is de bijstandsnorm vastgesteld op een bedrag van 1.000 euro per maand.
Reële woonlasten voor kinderalimentatie
Bij kinderalimentatie wordt uitgegaan van reële woonlasten. Dus niet van de woonlasten, die zijn te verwachten bij iemand in de bijstand. Om discussies over reële woonlasten te voorkomen, is vastgesteld wat reëel is. Hierbij wordt simpelweg gesteld dat reële woonlasten 30% zijn van het netto maandinkomen.
Eventuele rente en aflossing van schulden
In principe hebben schulden van vader of moeder geen effect op de hoogte van de draagkracht voor kinderalimentatie. Er zijn echter uitzondering. Namelijk als schulden zijn ontstaan tijdens het huwelijk en niet-verwijtbaar en/ of onvermijdbaar zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is de restschuld voor de voormalige woning. De rente en aflossing hiervan mag dus worden opgeteld bij het draagkrachtloos inkomen.
Wederom een voorbeeld
Stel, je hebt een netto inkomen na de scheiding van 2.800 euro per maand. De bijstandsnorm is vastgesteld op 1.000 euro. Qua woonlasten wordt er gerekend met 30% van 2.800 euro, zijnde 840 euro per maand. Je hebt geen relevante schulden. Jouw draagkrachtloos inkomen is daarmee 1.000 euro plus 840 euro is 1.840 euro.
4. Berekenen van de draagkrachtruimte en draagkracht
Vanaf nu is het heel simpel. Het verschil tussen het netto inkomen na de scheiding en het draagkrachtloos inkomen, levert de zogenaamde draagkrachtruimte op. Van deze draagkrachtruimte is 70% beschikbaar voor kinderalimentatie en 30% voor jouzelf. Deze 70% wordt ook wel de draagkracht genoemd.
We vervolgen het voorbeeld
Als vader heb je na de scheiding dus een inkomen van 2.800 euro netto (inclusief KGB). Zijn draagkrachtloos inkomen is dus 1.840 euro. Dit heeft hij minimaal nodig om zelf rond te kunnen komen. Er blijft 960 euro over aan draagkrachtruimte. Hiervan is 30% voor hemzelf en 70% is draagkracht voor kinderalimentatie. In dit rekenvoorbeeld is de draagkracht van vader dus 70% van 960 euro, zijnde 672 euro per maand.
Stap 3 – Kinderalimentatie bepalen
Als de draagkracht bekend is, kan worden berekend wat jullie als ouders naar rato van draagkracht kunnen meebetalen aan de kosten voor de kinderen. Vervolgens wordt de zogenaamde ‘zorgkorting’ toegepast. Gemakshalve wordt er in onderstaand voorbeeld vanuit gegaan dat er samen voldoende draagkracht is voor de kinderen.
Verdeling naar rato van draagkracht
In bijgaand schema, zien we de draagkracht berekening van vader (links) en moeder (rechts). Hoe deze draagkracht berekend wordt, hebben we hierboven kunnen lezen. Ook is te zien dat de vader meer inkomen en dus meer draagkracht heeft dan de moeder. Laten we even het voorbeeld vervolgen.

Verder met het voorbeeld (40%/ 60% verdeling)
De kinderbehoefte (stap 1) is 1.130 euro. Als vader heb je in dit voorbeeld een draagkracht van 720 euro (stap 2) en als moeder 480 euro. Samen hebben jullie als ouders 1.200 euro draagkracht, wat ruim voldoende is voor de kinderbehoefte. In dit voorbeeld heeft de vader (720/1.200)*100 = 60% van de draagkracht en de moeder heeft de resterende 40% draagkracht. In deze verhouding van draagkracht gaan jullie dan ook in de kinderbehoefte voorzien. Vader 60% van 1.130 euro, zijnde 678 euro en moeder de resterende 452 euro (40%).
Zorgkorting toepassen bij kinderalimentatie
Een deel van de kinderkosten ligt besloten in de normale huishoudkosten. Denk hierbij aan de extra slaapkamer, extra gas/ water/ licht, de dagelijkse boodschappen, uitjes, etc. Een ouder, die de dagelijkse zorg voor de kinderen op zich neemt, heeft deze extra kosten in zijn of haar eigen huishoudbudget. Juist daarom is de ‘zorgkorting’ bedacht. De zorgkorting staat gelijk aan deze extra kosten in de huishouding en mag van ieders aandeel in de kinderbehoefte worden afgetrokken.
Download het gratis eBook “Alles over scheiden – de complete checklist”
Drie verschillende zorgkortingen
De volgende zorgkorting wordt gehanteerd:
- 15% in geval van één dag per week, zoals bijvoorbeeld het geval is als één ouder de kinderen één weekend per twee weken ziet
- 25% bij twee dagen zorg per week
- 35% bij co-ouderschap (beiden minimaal 3 dagen per week de zorg)
Voorbeeld zorgkorting bij een omgangsregeling
In dit voorbeeld blijven de kinderen primair bij moeder. Er is een omgangsregeling waarbij vader de kinderen twee dagen per week verzorgt. Vader heeft dus recht op 25% zorgkorting. Uitgaande van 1.130 euro kinderbehoefte, krijgt hij dus 283 euro korting (25%). Deze korting van 283 euro wordt door de vader als het ware indirect aan de kinderen uitgegeven in de twee dagen per week dat ze bij hem thuis zijn.

Aangezien de vader in totaal 60% draagkracht heeft minus 25% zorgkorting, blijft er voor hem 35% over om maandelijks aan kinderalimentatie te betalen. Dit is een bedrag van 395 euro per maand wat hij maandelijks aan de moeder overmaakt. Zij betaalt hiervan in principe alle kosten van de kinderen.
Voorbeeld zorgkorting bij co-ouderschap
Wederom uitgaande van 1.130 euro kinderbehoefte, krijgen jullie als co-ouder dus 35% korting (lees, 396 euro). Deze korting van 396 euro wordt als het ware indirect aan de kinderen uitgegeven in de drie tot vier dagen per week dat ze bij jou als vader/ moeder in huis wonen. De resterende 30% (338 euro) wordt bijvoorbeeld op een aparte kinderrekening gestort. Aangezien de vader 60% draagkracht heeft minus 35% zorgkorting, blijft er voor hem 25% over om maandelijks in te leggen op de kinderrekening. De moeder betaalt de ontbrekende 5% (40% – 35%). Zie ook het bijgaande schema.

Omgang met zorgkorting bij onvoldoende draagkracht ouders
Stel dat jullie gezamenlijke draagkracht kleiner is dan de kinderbehoefte. Dus even weer terug naar het voorbeeld. Vader en moeder hebben nu geen 1.200 euro draagkracht samen, maar slechts 1.030 euro. De kinderbehoefte is nog steeds 1.130 euro. Samen komen ze dus 100 euro tekort. Dit tekort wordt 50/ 50 gedeeld en bij eenieder in mindering gebracht op de zorgkorting. Beide 50 euro minder zorgkorting dus.
Voorbeeld draagkrachttekort bij omgangsregeling
Laten we stellen dat de draagkracht van vader 618 euro bedraagt, zijnde 60% van de totale draagkracht van 1.030 euro. Moeders draagkracht is daarmee 412 euro (40%). Vader heeft een omgangsregeling op basis van twee dagen per week en geniet dus een zorgkorting van 25% van de kinderbehoefte van 1.030 euro. Normaal zou dit 258 euro zijn. Hierop wordt nu de 50 euro in mindering gebracht. Zijn zorgkorting wordt daarmee 208 euro. De kinderalimentatie komt dan neer op 618 euro (zijn draagkracht) minus 208 euro (zijn zorgkorting na aftrek van 50% van het gezamenlijk tekort) is 410 euro.
Gerelateerde onderwerpen
De volgende onderwerpen zijn gerelateerd en wellicht interessant om ook te lezen: